Al sinds mensenheugenis en binnen verschillende culturen is er altijd een verlangen geweest naar eeuwige jeugd. Het is ook niet gek dat de mens al best lang experimenteert met verschillende fillers, in 1830 zijn de eerste beschreven casussen waar fillers geïmplanteerd werden. In de eerste cosmetische casussen werd vloeibare paraffine gebruikt als prothese van de testikels, bij mannen die door tuberculose gecastreerd moesten worden. Er werd geëxperimenteerd met verschillende vormen, zoals een mix van paraffine en Vaseline en paraffine en olijf olie. In de medische wereld werd het enthousiast ontvangen en werd het standaard gebruikt voor neuscorrecties tot het jaar 1901, toen een jonge vrouw dood ging aan een paraffine embolie. In 1911 werd een artikel gepubliceerd met een groot aantal nadelen aan de paraffine injecties, waaronder inflammatie, infectie, embolieën en gelige huidverkleuringen op de plek van injectie. De bekendste casus van complicaties van paraffine injecties was van de Gravin van Marlborough. Na een neuscorrectie met paraffine, begon deze zich te verspreiden door haar gezicht, tot op een punt dat het geïnfecteerd bij de kin weer eruit kwam. Ze werd zo misvormd, dat ze geen spiegels meer accepteerde in haar huis en steeds meer als kluizenaar kwam te leven.
De daarop volgende gangbare filler heeft niet een veel betere uitkomst, helaas. In de jaren '60 werden vloeibare siliconen populair als cosmetische behandeling. Het middel leek geschikt voor filler behandelingen, omdat het in theorie weinig reactie geeft in het lichaam en makkelijk te injecteren was. In de jaren erna werd geregistreerd dat de geïnjecteerde siliconen migreerden en voor fistels zorgde, én dat er bij een aantal patiënten embolieën optraden, die resulteerde in hun dood. Sinds 1979 werd het pas verboden door de FDA. Tot op vandaag zien we nog complicaties voorbij komen van mensen met siliconenolie in hun gezicht. De onderstaande foto is een bekend voorbeeld van wat de infecties voor uitwerking kunnen hebben op je uiterlijk.
Rond 1990 werden collageen fillers, waarbij collageen uit de huid van koeien werd gebruikt, populair. Echter bleek dat er een deel van de normale populatie allergisch was voor deze filler, én moest de filler twee tot vier keer per jaar opnieuw gezet worden. Eind jaren '90 werd er nog een permanente filler op de markt gebracht - Bio Alcamid. Het is een filler die gemaakt is van polyalkamide en werd snel veelvuldig gebruikt. Omdat het een lichaamsvreemde stof is, zag men ook bij deze filler veel ontstekingsreacties. In 2006 wordt het door de Inspectie voor de Gezondheidszorg sterk ontraden om permanente fillers te plaatsen of te laten plaatsen, maar pas in 2015 komt er in Nederland een verbod op permanente fillers.
Er werd dus nog verder gezocht naar de ideale filler en in 2003 bracht het merk Restylane de eerste 'FDA-approved' hyaluronzuurfiller op de markt. Hyaluronzuur is een stof die van nature voor komt in je lichaam, de filler kan synthetisch gemaakt worden (in plaats van dat het uit dieren of mensen gewonnen wordt) en wordt ook vanzelf weer afgebroken door je lichaam. Van alle fillers die tot dan toe gebruikt zijn, heeft deze filler de minste bijwerkingen en risico's.
In 2004 werd Sculptra op de markt gebracht. Sculptra is totaal verschillend van hyaluronzuur fillers, qua ingrediënten, maar ook qua uitwerking. Het bestaat uit poly-melkzuur, en zorgt voor een immuunreactie in je lichaam, waardoor je veel collageen type 1 gaat aanmaken. In grote hoeveelheden kan dit zorgen voor meer volume in het gezicht, in kleine hoeveelheden verzorgt het enkel verstrakking van het gezicht.
De laatste filler die een FDA-approval kreeg was Radiesse in 2006. Radiesse wordt gemaakt van calciumhydroxyapatiet en zet je lichaam aan tot het maken van collageen type 3. Het kan gebruikt worden om volume te geven, maar net als bij Sculptra, kan het ook gebruikt worden voor huidverbetering.
Comments